Context en particuliere betekenis.
Particuliere betekenis is iets helemaal anders dan talige betekenis. Talige betekenis vind je terug in een woordenboek, als begrip in de taal. Particuliere betekenis wordt niet op het niveau van de taal gemaakt maar op het niveau van het brein: op het mentale niveau.
Vertaald naar het mentale niveau spreek je niet meer over begrippen, maar over cognities, gevoelens, verlangens, en verbeelde associaties. Zo lees jij, zo lees ik. Het zijn stuk voor stuk mentale afbeeldingen in onze hersenen. En ze roepen elkaar op, ze zijn elkaars context. Zo maken ze samen momenten van betekenis. Mentale betekenis is een mentaal construct, een steeds weer veranderende resultante van een wisselende constellatie van mentale afbeeldingen. Die betekenis is steeds weer anders, en we maken die zelf.
Maar dat is wel de manier waarop we naar kunst kijken, of waarmee we een roman lezen. Die lezingen, die betekenissen die we maken kunnen overigens heel vooringenomen zijn. Of heel onbetrouwbaar, fout eigenlijk. Foute betekenissen zijn ook betekenissen, mensen zijn kampioenen in het bedriegen van zichzelf. Ook dit is context.
Op het talige niveau is context al wat naast de tekst staat. Het is de omgeving waarin die tekst geschreven is of de achtergrond van waaruit die kan gelezen worden: vanuit de specifieke cultuur van de schrijver of de lezer bv. Uiteenlopende culturen kunnen tot zeer uiteenlopende lezingen van dezelfde beelden of begrippen leiden. Die context bepaalt de specificiteit van de lezing en dat is een kenmerk van alle communicatie die ‘open’ wordt genoemd.
Een kenmerkend voorbeeld van open communicatie is de kunst. Open communicatie gaat niet uit van één eenduidige en ondubbelzinnige lezing maar laat alle mogelijke achtergronden toe van waaruit kan gelezen worden. Dat maakt de communicatie en de lezing vrij en persoonlijk en verschuift, in tegenstelling tot vroeger, een belangrijk deel van het mogelijke leesresultaat van het kunstwerk naar de beschouwer toe. Dit veranderde inzicht heeft invloed op de receptie van zowel de roman als van de beeldende kunst. Robert Van Drommes thematische reeks “context” sluit aan bij dit inzicht, en dan vooral op het mentale niveau.
Op het mentale niveau speelt nu ook als context de particuliere ervaring mee. Op zijn levenspad bouwt het individu begrippen op tot particuliere concepten aan de hand van de persoonlijke situaties waarin het individu die begrippen heeft ontmoet. De toevallige aard en het belang van die achtergronden zijn voor eenieder verschillend en maken die persoonlijke concepten dan ook specifiek. Op hun beurt zullen ze door de maker, schilder meegenomen worden in de organisatie van zijn beeldmiddelen (kleur, vlak, toets, textuur…) en van zijn beeldconcepten. En al dan niet op zijn beurt door de beschouwer worden ingezet.
De schilder schildert vanuit zijn particuliere mentale associaties, de beschouwer wordt uitgenodigd om in zijn lezing hetzelfde te doen. Landschappen worden mentale landschappen en omgekeerd. Belangrijke historische feiten en onbelangrijke persoonlijke gebeurtenissen kunnen elkaar simultaan in de herinnering oproepen en versterken. En hun weg vinden in een verrassende picturale vertaling.
Piet Vanrobaeys